Start examen
Resultaat
Gefeliciteerd, je bent geslaagd!
#1. U verlaat de uitrit en slaat rechtsaf. Moet u de voetganger voor laten gaan?
U verlaat een uitrit, hierdoor moet u alle overige weggebruikers voor laten gaan. Daarnaast slaat u rechtsaf en gaat de voetganger rechtdoor op dezelfde weg.
#2. Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan?
De bromfietser en de auto bevinden zich op een voorrangsweg. De bromfietser mag eerst omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. Daarna mag de afslaande auto. Een tram heeft in gelijkwaardige situaties altijd voorrang, dus deze mag vóór de motor.
#3. Wat kunt u verwachten bij het zien van het onderstaande verkeersteken?
Het bord geeft het einde aan van een bromfietspad aan, dat betekent dat deze bestuurders de rijbaan zullen moeten betreden.
#4. De onderstaande markering treft u aan op de achterzijde van een…
#5. U wilt rechtdoor, moet u de auto voor laten gaan?
Dit is een gelijkwaardig kruispunt, u rijdt rechtdoor op dezelfde weg en mag dus voor de auto. Het bord (J8) duidt een gevaarlijk kruispunt aan en zegt dus niets over de voorrangsregeling.
#6. Mag u hier rechtdoor rijden?
Het bord geeft aan dat de weg alleen gesloten is voor motorfietsen.
#7. De lading op een aanhangwagen steekt aan beide zijden 30 cm uit. Mag u zo gaan rijden?
De lading mag niet meer dan 20 cm aan de zijkant van een auto of aanhangwagen uitsteken. Bovendien moet lading die meer dan 10 cm van een voertuig uitsteekt worden gemarkeerd.
#8. Moet u de tram hier voor laten gaan?
Bij gelijkwaardige kruisingen hebben trams altijd voorrang. Dit is een gelijkwaardige kruising, de tram mag voor.
#9. Wat is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom op een provinciale weg (N-weg)?
Op provinciale wegen (N-wegen) mag u 80, tenzij anders aangegeven met borden of afwijkende strepen op de weg (zoals dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen).
#10. Geeft het onderstaande bord de adviessnelheid of maximumsnelheid aan?
Het gaat hier om de adviessnelheid, dat betekent dat u in principe harder mag rijden, mits u de maximumsnelheid niet overschrijdt (aangeduid met een wit rond bord met rode rand).
#11. U rijdt rechtdoor. De bromfietser komt van rechts, moet u deze voor laten gaan?
De bromfietser verlaat een uitrit. Dit is te herkennen aan het doorlopende voetpad. Daarom moet de bromfietser al het verkeer voor laten gaan.
#12. U rijdt een weg in waar het onderstaande bord van toepassing is. Mag dat?
Het bord (C9) geeft aan dat de weg gesloten is voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen. Het is dus wel toegankelijk voor een motorvoertuig zoals een auto.
#13. Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan?
Dit is een gelijkwaardig kruispunt. Alle bestuurders van rechts krijgen als eerste voorrang.
#14. U wilt hier linksaf slaan. Moet u de auto voor laten gaan?
U rijdt op dezelfde afbuigende voorrangsweg als de gele auto – aangegeven met het onderbord. De gele auto is daardoor rechtdoorgaand verkeer en moet voorrang krijgen.
#15. Mag u hier van rijstrook wisselen?
Er ligt een doorgetrokken streep tussen uw huidige rijstrook en die daarnaast. Dit geeft aan dat u niet van rijstrook mag wisselen.
Bereid je optimaal voor op het CBR theorie-examen met deze oefenvragen
Bereid je optimaal voor op het CBR theorie-examen met deze oefenvragen, die belangrijke verkeersregels en situaties testen. Leer het verschil tussen adviessnelheid en maximumsnelheid en hoe je moet handelen bij gelijkwaardige kruispunten. Leer hoe je voorrang met verlenen bij rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg en hoe het zit met trams op gelijkwaardige kruispunten.
Je krijgt inzicht in de verkeersborden en -tekens, het herkennen van de juiste volgorde van voorrang, en hoe je veilig moet rijden bij situaties met vrachtwagens, bromfietsers en fietsers. Ook de regels voor ladingen op aanhangwagens en de maximumsnelheid op provinciale wegen komen aan bod, zodat je voorbereid bent op elke situatie.
De vragen richten zich op de meest voorkomende verkeersregels en situaties die je tegenkomt tijdens het rijden, inclusief het gebruik van rijstroken, het verlaten van uitritten, en de betekenis van verschillende verkeersborden. Na het oefenen met deze vragen, ben je beter voorbereid op het echte CBR-examen, met een verbeterd begrip van de verkeersregels en een grotere kans op slagen.
Op onze website vind je nog meer oefenexamens.
